Galápagos Eilanden
Geschiedenis
De Galápagos-eilanden liggen in de Stille Oceaan, ongeveer 1.000 kilometer van het vasteland van Ecuador. Ze bestaan uit 19 grote eilanden en veel kleinere eilandjes en rotsen. In 1835 bezocht de bekende wetenschapper Charles Darwin de eilanden. Wat hij daar zag, hielp hem later bij het bedenken van zijn beroemde evolutietheorie. Sindsdien zijn de eilanden een belangrijke plek voor wetenschappers. Ze bestuderen hoe dieren en planten zich aanpassen aan hun omgeving. Er worden nog steeds nieuwe soorten ontdekt, ook onder water.
Unieke Kenmerken
De Galápagos-eilanden worden een ‘levend museum van de evolutie’ genoemd. De eilanden zijn ontstaan door vulkanen en liggen op de plek waar drie oceaanstromingen samenkomen. Doordat de eilanden zo afgelegen liggen, zijn er dieren en planten die nergens anders op de wereld leven. Denk aan de reuzenschildpad, zeeleguaan, Galápagos-pinguïn en Darwin’s vinken. Ook onder water is het gebied heel bijzonder: er leven ruim 2.900 soorten zeedieren, waarvan veel alleen hier voorkomen. De eilanden vormen een van de rijkste zeegebieden ter wereld. Slechts vier eilanden zijn bewoond. Toeristen mogen alleen op bepaalde plekken komen, zodat de natuur goed beschermd blijft.
