Koloniën van Weldadigheid
Deze werelderfgoedsite omvat vier cultuurlandschappen; drie nederzettingen in Nederland en één in België. Samen getuigen ze van een 19e-eeuws experiment in sociale hervormingen, waarbij men poogde om stedelijke armoede te verlichten door landbouwkolonies op afgelegen locaties te stichten. De kolonie Frederiksoord (Nederland), opgericht in 1818, is de vroegste en de thuisbasis van het oorspronkelijke hoofdkantoor van de Maatschappij van Weldadigheid, een vereniging die probeerde armoede op nationaal niveau te verminderen. Andere kolonies waren Wilhelminaoord en Veenhuizen in Nederland en Wortel in België. Omdat de kleine boerderijen van de koloniën onvoldoende inkomsten opleverden, zocht de Maatschappij van Weldadigheid andere bronnen van inkomsten en sloot ze contracten met de staat om wezen onder te brengen, al snel gevolgd door bedelaars en landlopers, wat leidde tot de oprichting van ‘onvrije’ kolonies, zoals Veenhuizen, met grote slaapzalen en grotere gecentraliseerde boerderijen waar bewoners onder toezicht van bewakers moesten werken. De kolonies waren ontworpen als panoptische nederzettingen langs orthogonale lijnen. Ze beschikken over woongebouwen, boerderijen, kerken en andere gemeenschappelijke voorzieningen. Op het hoogtepunt in het midden van de 19e eeuw woonden in Nederland ruim 11.000 mensen in dergelijke kolonies. In België piekte hun aantal in 1910 op 6.000.