In Þingvellir (Thingvellir) ontstond in 930 de Althing, een bijeenkomst in de openlucht waar IJslandse volksvertegenwoordigers twee weken per jaar bijeen kwamen om geschillen te beslechten en wetten in te stellen. Deze vergaderingen bleven plaatsvinden tot 1798. De Althing heeft een diepgewortelde historische en symbolische betekenis voor het IJslandse volk. De plaats omvat het Nationaal park Þingvellir en ruïnes van de oorspronkelijke Althing; fragmenten van ongeveer 50 cabines gebouwd uit turf en steen. Men neemt aan dat er ruïnes uit de tiende eeuw onder het grondoppervlak liggen. Ook zijn er sporen te zien van landbouwkundig grondgebruik uit de 18e en 19e eeuw.