‘Kan mijn favoriete erfgoed werelderfgoed worden?’, en nog meer veelgestelde vragen

‘Kan mijn favoriete erfgoed werelderfgoed worden?’, en nog meer veelgestelde vragen

Nederland doet op dit moment voordrachten vanaf de nationale voorlopige lijst. Dit betekent dat er in principe geen ruimte is voor nieuwe suggesties. Naar verwachting zal rond 2025 de voorlopige lijst worden herzien. Het kan ook zijn dat Nederland, in lijn met het verzoek van Unesco voor een meer gebalanceerde lijst, terughoudend zal zijn met nieuwe voordrachten. Op dit moment zijn cultureel erfgoed en de regio Europa oververtegenwoordigd op de Werelderfgoedlijst. In dit artikel treft u informatie aan over wat Werelderfgoed is en welke stappen doorlopen moeten worden om een werelderfgoed te worden.

Wat is Werelderfgoed?

Werelderfgoed is cultureel of natuurlijk erfgoed dat van uitzonderlijke en universele waarde is voor de mensheid. Om dergelijk uniek erfgoed beter te kunnen beschermen, is in 1972 het Werelderfgoedverdrag van Unesco in werking getreden. Het verdrag richt zich op de bescherming en het beheer van gebouwde monumenten, archeologische vindplaatsen, historische stadscentra, cultuurlandschappen en natuurgebieden.  
Museale collecties, roerend cultureel erfgoed en immateriële culturele uitingen, zoals tradities en rituelen, vallen niet onder de werking van het Werelderfgoedverdrag. 

Wat is de Werelderfgoedlijst?

De Werelderfgoedlijst van Unesco is de lijst van alle erfgoederen die door de organisatie zijn erkend als werelderfgoed. Om deze status te krijgen moeten erfgoederen aan zeer strenge criteria voldoen. Op dit moment (zomer 2021) staan 1154 erfgoederen op de lijst, waarvan 12 in het Koninkrijk der Nederlanden. 

Welke Nederlandse erfgoederen staan op de Werelderfgoedlijst? 

Nederlandse erfgoederen op de Werelderfgoedlijst zijn Schokland en omgeving (Noordoostpolder), de Hollandse Waterlinies (Stelling van Amsterdam uitgebreid met de Nieuwe Hollandse Waterlinie), de molens van Kinderdijk, het ir. D.F. Woudagemaal te Lemmer, droogmakerij De Beemster, het Rietveld Schröderhuis in Utrecht, de Waddenzee (samen met Duitsland en Denemarken), de Grachtengordel van Amsterdam en de Van Nellefabriek in Rotterdam, de Koloniën van Weldadigheid (met België) en de Neder-Germaanse Limes (samen met Duitsland). In Curaçao staat de historische binnenstad van Willemstad op de Werelderfgoedlijst. 

Wie kan een nominatie voordragen? 

Alleen landen die lid zijn van Unesco én het Werelderfgoedverdrag hebben ondertekend kunnen erfgoederen nomineren voor de Werelderfgoedlijst. Nederland is sinds 1992 partij bij het verdrag. In 1995 was Schokland de eerste Nederlandse inschrijving op de lijst.  

Wat is de ‘voorlopige lijst’? 

Om een erfgoed bij Unesco te kunnen nomineren moet een land eerst een nationale ‘voorlopige lijst’ opstellen waarop het monumenten, natuurgebieden en landschappen plaatst die mogelijk voldoen aan de eisen en criteria voor Werelderfgoed. Unesco adviseert lidstaten deze lijst ongeveer elke tien jaar te herzien.  De Nederlandse regering heeft  in 2011 – na uitvoerige consultatie en advisering door experts – een herziene Voorlopige Lijst voor potentiële Nederlandse werelderfgoederen vastgesteld. Op deze lijst stonden tien erfgoederen. Hiervan worden tot 2025 de Nederlandse voordrachten voor de Werelderfgoedlijst betrokken. Op dit moment is cultureel erfgoed en de regio Europa oververtegenwoordigd op de Werelderfgoedlijst. Om te zorgen voor een meer gelijkwaardige verdeling heeft Unesco Westerse landen gevraagd om terughoudend te zijn met nieuwe nominaties. Mogelijk dat Nederland met dit verzoek rekening houdt bij het formuleren van het beleid voor nieuwe nominaties na 2025 (het Caribisch deel van het Koninkrijk mogelijk uitgezonderd).  

Hoe komt een erfgoed op de nationale voorlopige lijst? 

In 2015 heeft minister Bussemaker (OCW) de erfgoederen die op de voorlopige lijst staan, evenals de volgorde van nominaties, opnieuw vastgesteld. Het is onwaarschijnlijk dat deze lijst de komende jaren zal worden gewijzigd.  
Voor vragen over de voorlopige lijst neemt u contact op met de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (RCE). De RCE voert in Nederland het werelderfgoedbeleid uit. 

Welke erfgoederen gaat Nederland de komende jaren indienen? 

Verschillende erfgoederen die op de voorlopige lijst stonden hebben de afgelopen jaren de werelderfgoedstatus verkregen. Momenteel staan er nog drie sites op de voorlopige lijst: 
▪    Bonaire National Marine Park (Bonaire) 
▪    Koninklijk Eise Eisinga Planetarium (Franeker); voordracht indienen in 2022 
▪    Plantagesysteem (West Curaçao) 
 
Naar verwachting zal Planetarium Eise Eisinga als eerst volgende nominatie worden voorgedragen in Parijs.

Wie besluit dat een erfgoed op de Werelderfgoedlijst komt? 

Als een nominatie is ingediend, beslist het Werelderfgoedcomité van Unesco of het erfgoed voldoet aan de kwalificaties en eisen voor inschrijving op de Werelderfgoedlijst. Het comité komt jaarlijks bijeen. Het Werelderfgoedcomité bestaat uit 21 landen, die bij toerbeurt door de 194 lidstaten worden verkozen.

Hoe lang duurt het voordat een erfgoed daadwerkelijk de werelderfgoedstatus krijgt?

Het aantal jaren voordat een erfgoed de werelderfgoedstatus krijgt, staat niet vast. De eisen en criteria waar een nominatie aan moet voldoen zijn zo streng dat het gemakkelijk tien jaar of langer kan duren voordat een site van opname op de nationale voorlopige lijst naar inschrijving op de Werelderfgoedlijst gaat. Stichting Werelderfgoed Nederland heeft alle stappen naar een internationale nominatie op een rij gezet. 

Waar wordt bij een nominatie op gelet? 

Om de werelderfgoedstatus te krijgen, moet aangetoond worden dat het erfgoed beschikt over Uitzonderlijke Universele Waarde (in het Engels: OUV). Kort gezegd betekent dit dat het erfgoed zo bijzonder moet zijn dat het onvervangbaar is en van waarde voor de hele mensheid. Unesco heeft tien criteria opgesteld om de OUV te onderbouwen. Een genomineerd erfgoed moet aan minimaal één van deze criteria voldoen.  
Daarnaast kijkt het Werelderfgoedcomité naar de authenticiteit en integriteit van het erfgoed. Hierbij spelen ontwerp, materiaal, vakmanschap en setting, naast sociale en culturele aspecten die mede bepalend zijn voor de uitzonderlijke en universele waarde, een rol. De nominatie wordt ondersteund met een uitgebreid nominatiedossier en een beheerplan. In deze dossiers staan details over de begrenzing, de staat van onderhoud, de waarde, de wijze van bescherming en het beheer van het erfgoed. Dit is noodzakelijk om aan te kunnen tonen dat een lidstaat het erfgoed naar behoren duurzaam in stand kan houden. 

Welke rol hebben ICOMOS en IUCN? 

Het Werelderfgoedcomité laat zich adviseren door meerdere adviesorganen. Experts van deze organisaties bezoeken de genomineerde monumenten en archeologische vindplaatsen en toetsen of de dossiers inhoudelijk kloppen en de nominaties haalbaar zijn. Voor cultureel erfgoed komt het advies van de International Council on Monuments and Sites (ICOMOS). De International Union for the Conservation of Nature (IUCN) adviseert Unesco over natuurgebieden. ICOMOS en IUCN kunnen het comité adviseren of een site wel, niet, of later moet worden ingeschreven. De Intergouvernementele organisatie ICCROM geeft advies over het beheer van reeds ingeschreven sites. Daarnaast geeft het trainingen over erfgoedbescherming. 

Neemt het Werelderfgoedcomité dit advies altijd over? 

Nee, het advies is niet bindend. Het komt voor dat het comité besluit een advies niet op te volgen.  De adviezen worden voorafgaand aan de comitévergadering aan het betreffende land bekend gemaakt. In sommige gevallen besluit een land de nominatie bij een negatief advies terug te trekken. De nominatie komt dan niet ter tafel in de vergadering. 

Meer informatie over Nederlands Werelderfgoed 

Meer informatie is te vinden in het dossier Werelderfgoed op deze website of neem contact op met de Stichting Werelderfgoed Nederland (www.werelderfgoed.nl) of de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (www.cultureelerfgoed.nl). 

Logogebruik 

Het Unesco werelderfgoedlogo is beschermd. De Nederlandse Unesco Commissie is het centrale aanspreekpunt en beoordeelt aanvragen voor logogebruik. Naast het algemene Nederlandse werelderfgoedlogo heeft elk werelderfgoed een eigen Unesco-logo. Alleen erkende beheerders van het betreffende werelderfgoed mogen dit logo voeren. Het is niet toegestaan om het logo voor commerciële doeleinden te gebruiken. Voor meer informatie over het logogebruik kunt u contact opnemen met de Nederlandse Unesco Commissie (info@unesco.nl).

Loading...