Al decennia loopt de rijksbijdrage per student terug, op een korte opleving in de afgelopen jaren na. Door hun penibele situatie, voelen universiteitsbesturen zich gedwongen om op financiële gronden naar opleidingen te kijken. De geesteswetenschappen lijken de hardste klappen te gaan krijgen, met in potentie grote gevolgen.
Ironisch genoeg adverteren universiteiten geesteswetenschappelijke opleidingen regelmatig als waardevol voor studenten omdat ze zo kleinschalig en persoonlijk zijn. Maar in de afgelopen weken kondigden de Universiteit Leiden en Universiteit Utrecht vergaande plannen aan, die laten zien hoe echt wordt gedacht over ‘kleine’ opleidingen. Wat voor studenten een betekenisvolle studietijd garandeert, heet in een systeem gericht op rendement gewoon ‘duur’.
De effecten van de aangekondigde bezuinigingen zouden ons allemaal moeten verontrusten. De waarde van opleidingen uitdrukken in de mate waarin ze renderen, reduceert het maatschappelijk en intellectueel erfgoed van Nederland namelijk tot weinig zeggende cijfers. Deze opleidingen hebben een waarde die veel verder reikt dan het puur economische verhaal. Ze bieden kennis en vaardigheden die essentieel zijn voor het culturele en maatschappelijke welzijn van de samenleving.
Niet in euro’s uit te drukken
De waarde van de geesteswetenschappen voor de arbeidsmarkt is wellicht lastig in euro’s uit te drukken, maar het opleiden van gekwalificeerde leraren is er wel een kerntaak van. In een recent opiniestuk benadrukte hoogleraar Duitstalige literatuur en cultuur Ewout van der Knaap dat bezuinigingen op kleine opleidingen het tekort aan leraren op de arbeidsmarkt zal vergroten, wat uiteindelijk onze hele onderwijsstructuur kan verzwakken.
Het is ook om een andere reden onmogelijk om te berekenen of opleidingen ‘rendabel’ zijn door enkel naar studentenaantallen te kijken. Hoewel sommige geesteswetenschappelijke opleidingen zoals Midden-Oostenstudies relatief klein zijn, blijft het onderzoek in deze disciplines maatschappelijk uiterst relevant. Daarom is het niet verrassend dat UU-onderzoekers bij Religiewetenschap en Islam & Arabisch een imposante rij beurzen binnenhaalden, zoals hoogleraar religiewetenschap Birgit Meyer vorige week aangaf. Gezien de verdiensten van de onderzoeksgroep, is zij terecht benieuwd naar de financiële onderbouwing die zou uitwijzen dat juist deze twee opleidingen moeten verdwijnen.
Onvoorspelbare en blijvende impact
Ook relevant: hoe hard is de kennis nodig die opleidingen bieden? Hoogleraar Koreastudies Remco Breuker wees er onlangs op dat juist kleinschalige opleidingen van groot belang kunnen zijn, ondanks hun bescheiden aantallen studenten. Breuker legde uit dat ministeries en bedrijven experts op het gebied van bijvoorbeeld Afrika of Latijns-Amerika hard nodig hebben. Ook al leveren deze studies jaarlijks maar enkele afgestudeerden, hun kennis is vaak cruciaal in de multipolaire wereld waarin Nederland zich beweegt. Welke kennis je in de toekomst nodig gaat hebben is bovendien lastig te voorspellen: wie in de jaren negentig Ruslandstudies besloot af te schaffen, komt nu van een koude kermis thuis. Het behouden van diversiteit aan kennis binnen het hoger onderwijs biedt bescherming tegen deze onvoorspelbaarheid.
Dit argument is breder te trekken. Want Nederland door andere ogen leren bekijken, of een gelaagder beeld te krijgen van de ander, is niet alleen zinnig voor beleidsmedewerkers. De geesteswetenschappen produceren kennis die ieder van ons kan helpen begrijpen hoe mensen leven (en in het verleden hebben geleefd), en wat onze plaats is in de wereld. Het is een cliché dat de humaniora een kritische houding aanleren, maar het is vooral belangrijk hoe ze dit doen: door mensen te leren in welke ‘tijdsgeest’ en welke culturele context zij opereren.
Demonstraties
Binnenkort zullen ook andere universiteiten komen met bezuinigingsplannen. Deze gaan flinke schade toebrengen, en niet alleen bij de geesteswetenschappen. Bovendien valt te verwachten dat als het in de toekomst weer beter gaat, de wens bestaat om de wegbezuinigde opleidingen opnieuw op te bouwen. Maar weg is vaak voorgoed weg, zo lieten de bezuinigingen op de cultuursector onder Kabinet-Rutte II zien.
Daarom is het goed te begrijpen dat veel wetenschappers en studenten op 14 november zullen demonstreren tegen de harde maatregelen van het kabinet. De schade die het snoeien in de wetenschap zal aanrichten, raakt echter niet alleen hen. Uiteindelijk treft dit de hele samenleving. Een land dat zijn kennisbronnen afbreekt, kan in deze steeds complexere wereld straks alleen nog maar navigeren als een kip zonder kop.