Het advies van de Unesco Commissie draagt bij aan expliciete erkenning van the culture als culturele stroming. Dat is cruciaal als we willen dat op beleidsniveau en binnen culturele instellingen veranderingen plaatsvinden. Maar het rapport focust met name op talentontwikkeling-, empowerment- en emancipatieprojecten. Daardoor kan het beeld ontstaan dat ‘the culture’ vooral een vorm van sociaal-culturele emancipatie is. Gericht op tieners en adolescenten. Maar hierbij wordt gemist dat deze stroming al meer dan 40 jaar bestaat in ons land. Ze omvat inmiddels meerdere generaties, waarbinnen cultuur op verschillende niveaus wordt beoefend. Al deze niveaus hebben aandacht nodig, niet alleen talentontwikkeling.
Verandering cultuurbeleid
Als we daadwerkelijke verandering in het cultuurbeleid willen is erkenning van deze verschillen van groot belang. Om een voetbalmetafoor te gebruiken: je stelt geen elftal samen uit zowel amateurs als ‘Champions League’-spelers. Hun behoeftes zijn totaal verschillend. Als je the culture op één hoop gooit wordt er straks een ecosysteem opgebouwd voor nieuwe talenten, maar vergeten we bestaande artiesten. Iedereen heeft passende aandacht en beloning nodig.
Belangrijk is dat we moeten stoppen met het huidige diversiteitsbeleid, dat stoelt op het idee dat diversiteitsquota’s behaald moeten worden. Artiesten die niet wit, zwart, vrouw, queer, moslim etc. genoeg zijn, slaan we hierbij gemakshalve over. Ongeacht hun staat van dienst of kwaliteit van hun werk. Dit proces draait keer op keer een eigen Nederlandse vorm van ‘the culture’ de nek om, omdat deze ten prooi valt aan een poldermodel van minderheden. Dat helpt artiesten niet met hun ontwikkeling. Het zorgt er juist voor dat de vele talentontwikkelaar- en brandingbureaus belangrijker worden. Kunstenaars verliezen hierdoor controle over hun eigen verhaal.
Quota's
Op het moment dat er quota’s behaald moeten worden verwordt de intrinsieke waarde van ‘the culture’ van iets interessants en origineels, tot hoe iets te verkopen valt, of wie er binnen de beleidsdoelen mee omarmd of gepositioneerd kan worden. Het proces degradeert tot een PR-strategie om meer jeugd en kleur binnen te halen bij culturele instellingen.
Aan de positieve kant: de instellingen hebben nog nooit zoveel aandacht besteed aan ‘the culture’ als op dit moment. Maar toch lijken ze minder goed geïnformeerd over, en minder geïnvesteerd in, het onderzoeken en verklaren van wat er voor hen ligt. Het gaat helaas meer over marketing dan over oprechte waardering.
Startpunt
Het advies over the culture is een mooi startpunt, maar het vraagt om navolging die verder kijkt dan polderintegratie. Die zich ook focust op kunstenaars met bijzondere narratieven en ontwikkelingsprocessen. Die de stroming serieus neemt waarbij mensen met aantoonbare kennis en ervaring kritisch kijken naar het niveau van de artiesten.
De getoonde werken in dit artikel zijn van Navin Thakoer. In dit opiniestuk doelt hij op onder meer de volgende kunstenaars:
Ruben La Cruz
Dimitri Madimin
Frida Sedoc
Ivan Barbosa
Raquel van Haver
Michael Tedja
Boris Tellegen