Op 14 november 1970 werd in Parijs een internationaal verdrag aangenomen met als doel de onrechtmatige invoer, uitvoer en eigendomsoverdracht van culturele goederen te verbieden en te verhinderen. Dit Unesco-verdrag 1970 (hierna: het Verdrag) is de eerste grote internationale overeenkomst die illegale handel in beschermde cultuurgoederen regelt. Het Verdrag trad in werking in april 1972, dit jaar 50 jaar geleden
Unesco-verdrag tegen Illegale handel in cultuurgoederen
In het Verdrag worden drie doelen nader uitgewerkt:
- Het nemen van preventieve maatregelen om cultuurgoederen te beschermen
- Een netwerk van internationale samenwerking
- Het nemen van maatregelen om de teruggave van cultuurgoederen te bevorderen die op illegale wijze het land van oorsprong hebben verlaten. Bij de terugvordering van cultuurgoederen gaat het om objecten die door een verdragsstaat zijn gedefinieerd als behorend tot het wettelijk beschermde erfgoed (en opgenomen in de nationale wetgeving).
Sinds juli 2009 is het Verdrag in Nederland van kracht door de Uitvoeringswet Unesco-verdrag 1970 inzake onrechtmatige invoer, uitvoer of eigendomsoverdracht van cultuurgoederen. Deze Uitvoeringswet is in 2016 opgenomen in de Erfgoedwet. Inmiddels zijn er 144 landen aangesloten bij het Verdrag (stand feb. 2022).
Verbod
In de Nederlandse wet zijn regels vastgelegd wanneer en hoe een cultuurgoed in bewaring mag worden genomen of mag worden teruggevorderd indien dit object buiten het grondgebied is gebracht van een land dat is aangesloten bij het Verdrag.
Het is in ons land verboden (Erfgoedwet, artikel 6.3) om een cultuurgoed binnen Nederland te brengen wanneer dit in strijd is met de wetgeving in het land van herkomst over de uitvoer van cultuurgoederen, eigendomsoverdracht, of wanneer het in een verdragsstaat is ontvreemd.
Toezicht
De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed is in Nederland belast met het toezicht op de naleving van de Erfgoedwet. De Inspectie doet dit waar het gaat om de uit- en invoer van cultuurgoederen samen met de Douane. Naast het toezicht op het wettelijk beschermde erfgoed uit landen die zijn aangesloten bij het Verdrag, wordt bij invoer in Nederland ook gecontroleerd op het wettelijk beschermde erfgoed van Irak en Syrië en op cultuurgoederen die tijdens een gewapend conflict uit een bezet gebied zijn uitgevoerd (dat laatste wordt geregeld in het Haags Verdrag uit 1954 en bijbehorende Protocollen). In december 2020 is de controle op invoer van cultuurgoederen uitgebreid tot het erfgoed van alle landen (er zijn officieel 196 internationaal erkende onafhankelijke staten) met het van kracht worden van EU Verordening 2019/880 betreffende de invoer van cultuurgoederen in de EU.
De Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed kan namens de minister van OCW in Nederland aangetroffen cultuurgoederen in bewaring nemen waarvan zij vermoedt dat deze onrechtmatig buiten het grondgebied van een verdragsstaat zijn gebracht. De Inspectie kan het cultuurgoed dan vasthouden voor een periode van maximaal 24 weken. In deze periode kan een verdragsstaat een verzoek indienen bij een rechtbank in Nederland om het betreffende cultuurgoed terug te vorderen.
Ook Nederland kan een beroep doen op het Verdrag, bijvoorbeeld wanneer Nederlands wettelijk beschermd erfgoed onrechtmatig is uitgevoerd en opduikt op het grondgebied van een partij bij het Verdrag. Dan kunnen de autoriteiten in het betreffende land om veiligstelling en teruggave van het voorwerp worden verzocht door de Nederlandse autoriteiten.
Andere regelgeving met betrekking tot bescherming van cultuurgoederen
Naast het Unesco-verdrag 1970 is ook het zogenoemde Haags Verdrag van kracht in Nederland. Dit is het eerste internationale verdrag dat door Unesco tot stand is gekomen en heeft betrekking op cultuurgoederen die tijdens een gewapend conflict uit bezet gebied zijn uitgevoerd. Dit verdrag stamt uit 1954. Nederland is sinds 1958 partij bij het verdrag en het (Eerste) Protocol. Daarnaast zijn er ook sanctiemaatregelen, in het bijzonder voor het culturele erfgoed van Irak en Syrië. Invoer hiervan is in alle gevallen verboden na 6 augustus 1990 (Irak) en na 15 maart 2011 (Syrië) indien ze zonder toestemming van de autoriteiten uit deze landen zijn uitgevoerd. Sinds de oorlogen in Irak en Syrië zijn veel objecten ontvreemd door onder meer plundering en illegale opgravingen en illegaal uitgevoerd. Deze voorwerpen kunnen op de westerse markten terecht komen. Om dit tegen te gaan is (inter)nationale samenwerking nodig.
Op het gebied van uit- en invoer heeft ook de EU regelgeving opgesteld. Er is een systeem van uitvoervergunningen voor uitvoer uit de EU van cultuurgoederen boven een bepaalde waarde en ouderdom. Daarnaast is een teruggaveprocedure van kracht als wettelijk beschermde voorwerpen onrechtmatig het grondgebied van een EU lidstaat hebben verlaten. En sinds 1 januari 2021 is een invoerverbod van kracht voor cultuurgoederen uit derde landen indien ze in strijd met de regels uit het land van herkomst zijn uitgevoerd. Voor nadere informatie over de EU regelgeving en de hierboven genoemde regelingen, zie de website van de Inspectie Overheidsinformatie en Erfgoed.