Sinds 1972 kunnen lidstaten van Unesco hun belangrijkste culturele en natuurlijke erfgoederen nomineren voor de werelderfgoedstatus om internationale bescherming te krijgen. Kenmerk van deze erfgoedsites is dat zij van uitzonderlijke universele waarde voor de mensheid zijn. Elk jaar schrijft Unesco nieuwe erfgoedsites bij op de Werelderfgoedlijst en maakt daarbij onderscheid tussen natuurlijk en cultureel werelderfgoed.
Werelderfgoed
Het Koninkrijk der Nederlanden kent tien Unesco Wereld-erfgoederen, zoals de molens van Kinderdijk, Droogmakerij De Beemster, de Van Nellefabriek en het Woudagemaal. De Waddenzee is Nederlands enige natuurlijke Unesco Werelderfgoed.
Bescherming en behoud
Doel van Werelderfgoed is bescherming en behoud. Dit brengt regelgeving en verantwoordelijkheden met zich mee, die lidstaten moeten naleven. Omdat Werelderfgoed bepaald is in een internationaal verdrag, is het in Nederland een staatsaangelegenheid. De Nederlandse overheid bepaalt welke nominaties worden voorgedragen bij Unesco.
Kenmerken werelderfgoed
- Werelderfgoedverdrag (1972)
- 1100+ werelderfgoederen (waarvan 200+ natuurlijk werelderfgoed)
- Uitzonderlijke universele waarde
- Bescherming, behoud en instandhouding
- Duur nominatieproces 10-15 jaar
- Staatsaangelegenheid
- Stricte beheersimplicaties en beschermingsmechanismen
- Statisch