5. Het proces van Werelderfgoedbehoud
Het behoud van werelderfgoed is een voortdurend proces dat een aantal belangrijke stappen met zich meebrengt. In het begin van dit proces verplichten landen zichzelf om hun (wereld)erfgoed te behouden, door lidstaten van de conventie te worden en erfgoederen te nomineren om op de Werelderfgoedlijst te komen. Onderstaande illustraties laten dit nominatieproces zien.
5.1 De Werelderfgoedlijst – erfgoederen met unieke en universele waarde
Als een land de Werelderfgoedconventie ondertekent, wordt het een lidstaat. Het land belooft om het cultureel en natuurlijk erfgoed binnen de landsgrenzen te behouden voor huidige en toekomstige generaties. Na het ondertekenen van de conventie mag een land bepaalde locaties en monumenten nomineren voor de Werelderfgoedlijst. Het eerste voorstel kan komen van een lokale groep mensen, maar de officiële nominatie bij Unesco moet gedaan worden door officiële overheidsinstanties.
Eerst moet een lidstaat besluiten wat ze gaan nomineren. Dit selectieproces wordt ook wel identificatie genoemd. De conventie vraagt de lidstaten om een inventarisatie te maken van culturele en natuurlijke erfgoederen die in hun land van buitengewone universele waarde zijn. Een selectie van mogelijke werelderfgoederen kan dan ingediend worden bij het Unesco-Werelderfgoedcentrum als voorlopige lijst.
Een nominatie moet gedaan worden met een speciaal formulier. De lidstaat moet hier op aangeven waarom het erfgoed belangrijk genoeg is om op de Werelderfgoedlijst te komen. Dit doen ze door de selectiecriteria van het Werelderfgoedcomité te gebruiken en ook door te laten zien dat de locatie op een juiste wijze beschermd en beheerd wordt.
Het is ook belangrijk om te kijken hoe het erfgoed zich verhoudt tot andere erfgoederen van hetzelfde soort. ICOMOS en/of IUCN evalueren de nominaties en doen een aanbeveling aan het Werelderfgoedcomité. Het comité neemt de uiteindelijke beslissing over wat wel en niet op de Werelderfgoedlijst wordt opgenomen. In april 2019 waren er 1092 werelderfgoedsites. 845 culturele werelderfgoedsites, 209 natuurlijke werelderfgoedsites en 38 gemengde (ook wel hybride genoemd) werelderfgoedsites. Er waren 167 landen lid bij het Verdrag.
Opdracht 5: maak een schaalmodel van een werelderfgoed
Doel: het ontwikkelen van creatieve vaardigheden en leren over een werelderfgoed
Type activiteit: opdracht, activiteit in de klas (of buiten schooluren)
Duur: meerdere lesuren
Geschikt voor: wiskunde, tekenen, handvaardigheid, CKV, geschiedenis, aardrijkskunde
Laat leerlingen een of meerdere werelderfgoederen kiezen en een schaalmodel maken. De wiskundedocent kan uitleggen hoe je een schaalmodel maakt. De handvaardigheidsdocent, of een plaatselijke kunstenaar of architect, kan adviseren hoe het model het beste gemaakt kan worden. De geschiedenisdocent kan beoordelen of het historisch correct is. Als de schaalmodellen af zijn, kunt u een tentoonstelling organiseren voor ouders en mensen uit de buurt.
Opdracht 6: zoek werelderfgoedsites bij jou in de buurt
Doel: het leren over werelderfgoedsites in de buurt
Type activiteit: onderzoek, activiteit in de klas
Duur: één of twee lesuren
Geschikt voor: aardrijkskunde, geschiedenis
Vraag de klas of ze een lijst willen maken van werelderfgoedsites in of in de buurt van Nederland.
Beschrijf wat voor soort werelderfgoedsites het zijn:
- Naam van werelderfgoed
- Jaar van opname op de Werelderfgoedlijst
- Lidstaat
- Type erfgoed (cultureel, natuurlijk, gemengd)
- Heeft jouw land de Werelderfgoedconventie ondertekend?
- Welke organisaties of autoriteiten zijn in jouw land verantwoordelijk voor de uitvoering van de Werelderfgoedconventie (voor cultureel en natuurlijk erfgoed)?
- Wat is de band tussen jouw land en Unesco? Is er bijvoorbeeld een Nationale Unesco commissie in jouw land?
Bespreek de antwoorden.