Het Zomercarnaval in Rotterdam en de techniek van Graslandbevloeiing zijn op de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed geplaatst. Dat is besloten tijdens de jaarlijkse bijeenkomst van het Unesco Immaterieel Erfgoed Comité, deze keer bijeen in Botswana. Op de zogenoemde ‘Representatieve Lijst van Immaterieel Cultureel Erfgoed van de Mensheid’ staan tradities, gebruiken en ambachten uit de hele wereld die het waard zijn om door te geven aan nieuwe generaties.
Zomercarnaval
Nederland heeft het Zomercarnaval voorgedragen voor de Unesco-lijst vanwege de culturele diversiteit van de jaarlijkse straatparade door de Rotterdamse binnenstad. De stoet van ongeveer 5 kilometer met ruim 2500 dansers in kleurrijke kostuums, 25 carnavalsgroepen en praalwagens trekt honderdduizenden bezoekers uit heel Nederland.
De veelkleurige parade grijpt terug op carnavalstradities uit de Antillen, Kaapverdië, Suriname en Spanje. Groepen met verschillende achtergronden bereiden zich een jaar lang voor. Samen maken ze kostuums of wagens en repeteren voor de parade. Deze gezamenlijke inspanning maakt het Zomercarnaval echt tot ‘levend erfgoed van de mensheid’.
Graslandbevloeiing
Samen met Oostenrijk, België, Duitsland, Italië, Luxemburg en Zwitserland heeft Nederland de techniek van graslandbevloeiing voorgedragen voor de Unesco-lijst van immaterieel erfgoed. De landschapsbeheerders en vrijwilligers zorgen met deze ingenieuze techniek dat rivierwater via geulen over een weiland stroomt. Hierdoor komen water en voedingsstoffen op het land terecht, waardoor het land vruchtbaarder wordt, minder snel uitdroogt en beter tegen vorst kan. Graslandbevloeiing zorgt ook voor meer biodiversiteit. Nederland kent graslandbevloeiing al vanaf de Middeleeuwen. In delen van Overijssel en Noord-Brabant wordt de techniek nog steeds toegepast.
Unescolijst immaterieel erfgoed
Net als bij werelderfgoed hoort ook bij immaterieel erfgoed een internationale Unesco-lijst. Dit is de Internationale Representatieve Lijst van Immaterieel Erfgoed van de Mensheid. Hierop staan tradities, rituelen, gebruiken en ambachten die mensen willen doorgeven aan volgende generaties. Dat vraagt een andere aanpak dan het beschermen van monumenten of collecties. Bij immaterieel erfgoed betekent ‘beschermen’ dan ook levend houden, door kennis en vaardigheden uit te oefenen en door te geven aan nieuwe generaties.
Het ambacht van de molenaar, de corsocultuur en de valkerij zijn drie vormen van Nederlands immaterieel erfgoed die al eerder op deze Unescolijst zijn ingeschreven.